Home
| |
Audio
| |
Index
| |
Verses
Psalms Psalmen
Chapter:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
1
Een lied op Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op tot U, Die in de hemelen zit.
2
Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren; gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand harer vrouw; alzo zijn onze ogen op den HEERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.
3
Zijt ons genadig, o HEERE! zijt ons genadig, want wij zijn der verachting veel te zat.
4
Onze ziel is veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hovaardigen.
Top
| |
Next Chapter
| |
Index
| |
Home
Full online version
here
[with search engine, multilingual display and audio Bible]