Home
| |
Audio
| |
Index
| |
Verses
Psalms Psalmen
Chapter:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
1
Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel;
2
Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht.
3
Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
4
De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
5
Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten.
6
Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;
7
Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;
8
En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.
Top
| |
Next Chapter
| |
Index
| |
Home
Full online version
here
[with search engine, multilingual display and audio Bible]